TUIN EN OMGEVING

BOUWTEKENINGEN

Bij de bouwtekeningen bevindt zich ook een tuinontwerp voor de tuin uit 1928, toegeschreven aan J.B. Teuwen uit Meerssen. In grote lijnen ziet de tuin er nog steeds zo uit. Men vergelijkt ook de projectomschrijving hieronder. Blijkbaar werd het ontwerp uitgevoerd, maar we weten niet wat er al aanwezig was. Want de eigenaren zullen al snel een tuin rond hun nieuwe buitenverblijf hebben laten aanleggen. Dat blijkt ook een ansichtkaart ‘Mooie waterpartij bij Imstenrade’, gedateerd 1921. De tuin, althans dit deel, is hier al in vol ornaat.

Mogelijk zijn de plannen uit 1928 een nadere uitwerking en uitbreiding van de al bestaande tuin. Wel is het opmerkelijk dat we pas uit 1928, twintig jaar na het bouwontwerp, een plan voor de tuin kennen.

Zijn er andere ontwerpen geweest? Wellicht plannen voor het lager gelegen deel tussen villa en Imstenraderbos, waar in 1911 afgegraven is?

Niet uitgevoerde folies

Vaak zijn onuitgevoerde bouwplannen even interessant als het wél uitgevoerde werk. Tussen de bouwtekeningen bevinden zich twee uitgewerkte schetsen uit 1908 van heuse follies. Een folly is een ‘bouwkundige dwaasheid’. De term werd gemunt in Groot-Brittannië. Veel follies ontstonden als bijverschijnselen van de landschapsstijl in de tuinkunst van de 18e en 19e eeuw. Parken werden opgesierd met schilderachtige objecten en exotische gebouwen als schijnruïnes van torens en tempels, grotten, chalets, boerderijtjes. Tegenwoordig worden ook kabouterhuisjes en doe-het-zelfparadijsjes in de achtertuin van de burgerman tot de follies gerekend.

De tekeningen zijn niet uitgevoerd door architect Van Massenhove, maar door een ander bureau uit Brussel, blijkbaar gespecialiseerd in dergelijke elementen. Een van de tekeningen toont een soort restant van een klassieke tempel, geplaatst op een kunstmatige verhoging of heuvel. Drie klassieke zuilen staan nog fier overeind. 

Het is mogelijk om deze tempelfolly in verband te brengen met de vrijmetselarij, zoals ook wel gebeurd is met de ‘grot’ in het park van kasteel Amstenrade. Deze ‘Kloes’ zou een soort veldloge geweest kunnen zijn, maar ook hier blijft veel onduidelijk. Klassieke tempeltjes als tuindecoratie kennen we bijvoorbeeld ook van het Huis-met-de-Beelden in Haarlem (1915) en in Alden Biesen (B.). Overeenkomsten zien we ook met de vele belvedère-koepeltjes, Flora- of Pomona-tempeltjes en andere gloriëttes, populair in de parken van Engeland en elders tijdens de 18e en 19e eeuw.Het echtpaar Schepens-Ross had nog meer plannen voor hun nieuwe buitenplaats. Opmerkelijk zijn een viertal foto’s van een grote ingreep in het noordelijk deel van het omringende landschap. De opnames zijn op 1 juni 1911 gemaakt door de Heerlense fotograaf J. Cohnen en maken nu onderdeel uit van de fotocollectie van Rijckheyt Heerlen, nrs. 8617-8620.

Op nr. 8617 zien we een groep arbeiders bezig met het afgraven van een heuvel- of plateauranduitloper, onderdeel van het Imstenraderbos.

Er wordt gebruik gemaakt van een smalspoor met kiepwagentjes. Ook de heer en mevrouw Schepens-Ross zijn aanwezig, en in het midden poseert het echtpaar Roosenboom, waarschijnlijk de pachters van Hof Imstenrade. Op 8618 zien we het gezelschap in een ander, hogerop gelegen gedeelte van de werkzaamheden. Hier weer smalspoor en kiepwagentjes, maar ook een tweetal gezelschapshonden en een trekpaard. In het oog springen de vele stenen, waarschijnlijk brokken kalksteen. Voor 8619 geldt hetzelfde. Hoog in het midden torent de villa. Goed zichtbaar is dat de ingreep beoogt het uitzicht vanuit de villa te verbreden en verdiepen door de bosuitlopers met een deel van de grond te verwijderen.

Maar foto 8620 toont een aantal verrassingen. Rechts op de foto waarschijnlijk de heer Schepens en mevrouw Schepens-Ross (met hoed?) en de honden, in het midden weer het poserende echtpaar Roosenboom. Een deel van het smalspoor buigt linksaf naar beneden. Werd het overtollige materiaal gestort in het Imstenraderbos? Ging het naar Benzenrade? Deze foto geeft een beter beeld van de omvang van de ingreep. Er is ook veel gekapt en gerooid. Wilde men meer dan enkel een verbetering van het uitzicht? Een uitbreiding van tuin of park?

THEEKOEPEL 

Bijzonder is het onbekende bouwsel dat nu op de ontboste plateaurand is te ontwaren. Is dit het resultaat van de follyschets met klassieke zuilen?! Daar lijkt het niet op. Dit heeft meer weg van een theekoepel. Het komt niet meer voor op latere foto’s. Was het al snel omgewaaid? Vervallen en opgeruimd?

‘Theekoepel’ (tuinhuis, speelhuis, prieel e.d.) is eigenlijk een wat vreemd woord. Er werd niet alleen thee gedronken, maar waarschijnlijk veel meer koffie, wijn en bier. Er werd gerookt, gelezen, gasten ontvangen en (kaart)spelletjes gespeeld. Of gewoon alleen maar gezeten, met de verkoeling van het groen en een zuchtje wind op warme zomerdagen. Mogelijk was de koepel op een kunstmatige verhoging (‘tuinbergje’) geplaatst, wat het ongetwijfeld fraaie uitzicht nog versterkte.

De andere tekening toont de restanten van een middeleeuwse kasteeltoren, geplaatst op een kunstmatige verhoging. Er was een trap aanwezig, zodat de toren bestegen kon worden en een functie als belvedère (uitzichttoren) kreeg. Torenruïnes als mirador en parksieraad waren eveneens populair, ook in Limburg. De ‘echte’ ruïne van kasteel Eyckholt is waarschijnlijk in het park van de buitenplaats Terworm bewaard gebleven om te dienen als pittoreske stoffering en uitkijkplaats.

Was de schijntorenruïne bij Imstenrade ook bedoeld als verwijzing naar het middeleeuwse ‘kasteel’ Imstenrade?

– Wim Meulenkamp, Follies. Bizarre bouwwerken in Nederland en België (Amsterdam 1995). Inmiddels bestaat een heuse Stichting voor follies, tuinsieraden en vermaaksarchitectuur, de DonderbergGroep. Met een eigen periodiek en website.

– Meulenkamp, 119-120.
– Anne Rose Orbons, Amstenrade. Een adellijk woonhuis in Zuid-Limburg (Utrecht 2003), 80-83.
– Meulenkamp, 74 en 289.

– Idem, passim.
– Mark van Dijk, ‘Melancholie en Vanitas. De kasteelruïne Eyckholt in Heerlen-Welten’, in: LvH 59 (2009) 1-12, met literatuur.